Mijn 3 belangrijkste ontdekkingen over de kledingindustrie uit het afgelopen jaar

Mijn 3 belangrijkste ontdekkingen over de kledingindustrie uit het afgelopen jaar

De fashion industrie zit ongelooflijk ingewikkeld in elkaar. De zoektocht naar eerlijke en duurzame manieren om kleding te maken is fascinerend. In deze blog 3 dingen die ik in de afgelopen tijd leerde.

In februari 2019 startte ik mijn zoektocht naar fairtrade kledingfabrikanten. Het onrecht in de kledingindustrie raakte me en ik dacht: ‘hoe moeilijk kan het zijn om gewoon een transparant en eerlijk merk op te zetten?’ Moeilijk dus. Maar ook een waanzinnig avontuur waarin elke dag weer iets nieuws te ontdekken valt. De volgende 3 dingen zijn mijn grootste leerpunten uit het afgelopen jaar: 

1. Landen boycotten heeft weinig zin en Europa is zeker niet slaafvrij. 

Heeft het zin om nooit meer kleding uit Bangladesh te kopen? En is alle kleding die in Europa gemaakt wordt automatisch duurzaam en eerlijk gemaakt? Het ‘boycotten’ van bepaalde landen heeft weinig zin. Ik ontdekte dat in de Italiaanse textielstad Prato honderden illegale (vaak Chinese) migranten werken voor zowel grote Europese modehuizen als marktkoopmannen. Naaisters werken en wonen in industriële loodsen buiten de stad, zonder toegang tot medische zorg. Tegelijkertijd ontdekte ik in Bangladesh en India twee bijzonder duurzame fabrieken. Gerund door Duitsers met prachtige aanvullende programma’s waarbij kinderen van werknemers schoolbeurzen krijgen en hun ouders uiteraard een goed leefbaar loon verdienen. Mijn punt is: de werkelijkheid is nooit zwart wit. Niet alles uit Europa is goed en niet alles uit lage lonen landen is slecht. Het is natuurlijk wel zo dat in bepaalde landen vaker misbruik wordt gemaakt van kwetsbare groepen. Daarom moet je áltijd super alert zijn en alles tot op de bodem uitzoeken. Niet alleen in India, maar óók in Italie. Of Portugal. 

2. Betaalbaar en duurzaam kleding produceren kan best. Maar op een eerlijke manier spot goedkope, duurzame items maken is écht onmogelijk. 

Sommige dingen zijn gewoon écht onmogelijk. En met de nodige common sense weet je dat eigenlijk ook wel. Een duurzaam jurkje dat eerlijk geproduceerd is in Europa? Dat kan op geen enkele manier goedkoop zijn. Kost het maar 20 of 30 euro en komt het uit Italië? Dan kun je er zeker van zijn dat er iets in de keten absoluut niet aan de haak is. De lonen in Europa zijn nu eenmaal veel hoger dan bijvoorbeeld in India. Als duurzame items betaalbaar zijn, is dat alleen mogelijk als ze in grote aantallen geproduceerd zijn in een lagelonenland. Op zich is daar niet per definitie iets mis mee. Het kan heel goed dat het in een van de fabrieken gemaakt is die ik noemde onder punt 1. Maar controleer het wel altijd. Als merken écht eerlijk en duurzaam produceren, dan zullen ze daar ook veel controleerbare informatie over geven op hun website.  

3. Duurzaamheid kost tijd (en levert veel moois op)

Na het zorgvuldig opbouwen van een transparante en eerlijke supply chain (fair trade) startte ik in januari 2021 mijn zoektocht naar duurzamere materialen. Een ingewikkelde opgave, omdat ik slechts een half jaar de tijd had om een nieuw netwerk van materiaal leveranciers op te bouwen (in de zomer startte de productie voor 2022 namelijk al). Tegelijkertijd ontdekte ik een compleet nieuwe wereld met initiatieven die ongelooflijk gedreven werken aan groene alternatieven. Ik ontdekte prachtige stoffen, gemaakt van duurzaam geteeld berkenhout, duurzamere viscoses en mooi biologische katoen. En ik ontmoette een nieuwe leverancier die mij lagere aantallen gunde. Duurzaamheid is een lang proces, maar elke stap is het waard. 

Oh, en weet je wat misschien wel het allergrootste leerpunt is? Dat mensen het verschil maken. Altijd. Of het nu een gepassioneerde fabriekseigenaar is die werknemers eerlijk beloont, techneuten die recycle processen verbeteren of een consument die voor het eerst een duurzaam kledingstuk koopt. Mooi toch:)

 

 

 

 

 

Store